SORT SOL, het bevlogen individu (2021)

200 x 80 cm
Cyanotype onto linen
(NL)

Part of the exposition ‘Speelveld’ at Academie Gallerie HKU
from 05.06 – 19.06 2021.
 


An essay about the isolation of the individual, associated the swarm phenomenon Sort Sol (Black Sun). Where humans symbolize the starling; the dedicated individual who gets caught up in the wind of anonymous masses. I captured this through the sun; the photographic technique blueprint. Man and nature are inevitably intertwined. 

‘Sort sol’, black sun, swarming. This project is a research into the dedicated indivdual who gets caught up within the flow of the mass. People seek for connection, they want to belong to a group but also distinguish themselves from it. However, once immersed into the crowd, one becomes displaced; individualism and loneliness goes hand in hand. The distressed individual realizes he’s trapped in a pattern that cannot be avoided. Living off-grid can feel like the ultimate liberation. Can nature offer redemption? 



Academie Gallerie (AG) Speelveld
22 students HKU Graphic Design give meaning to freedom


De primitieve mens leeft vredig in natuur totdat beschaving haar intrede doet. Op dit moment bestond het begrip van het individu nog niet zoals wij dat nu kennen. (Bakker, 2015, in Vertoog over de ongelijkheid, 1755). Inmiddels is het een vrije keuze geworden om te verlangen naar gemeenschap, bij de groep te willen horen. We leven niet meer in stamverband, de natuur was nog geen thema en ‘het landschap’ als bestemming van de ziel van het individu moest nog uitgevonden worden. Voor de vijftiende eeuw kreeg het woord ‘individu’ haar betekenis van ‘niet-deelbaar’. Rond de zeventiende eeuw kreeg het begrip ‘individualisme’ steeds meer vorm. Toen welvaart haar weg sloeg binnen de beschaving, ontstond het streven naar het vervullen van het persoonlijke geluk. De gedachte groeit dat het individu wel eens een belangrijk uitgangspunt kon zijn voor de vooruitgang. Zo werd ze gezien als de drijvende kracht van de samenleving, waarin de eenling vast raakte in stuurloze en anonieme massa’s (Bakker, 2015). Benauwd ontwaakt de mens van het gegeven vast te zijn geraakt in een patroon dat misschien niet te ontvluchten valt. Daarbij groeit het individualisme in een sociaal-economische vorm, terwijl haar spirituele betekenis al veel eerder teruggaat. In het Boeddhisme gaat het individu naar de term anatman, naar het ‘niet-zelf’. Hierbij gaat het niet om een ‘anti-ziel’. Boeddhisten geloven dat er geen onderliggende substantie bestaat die ‘het zelf’ of ‘de ziel’ genoemd kan worden. Het individu is een reeks onderling verbonden processen die, door samen te werken, de indruk wekken een enkel, gescheiden geheel te zijn. Op deze manier lijkt anatman op een soort bundel theorie. Het individu wordt als een onderling verbonden onderdeel gezien van een steeds veranderend, vergankelijk universum (Ujukarin, 2020).

De individuele mens is het begin- en eindpunt geworden van de moderne samenleving, we kunnen ons niet anders meer voorstellen dan het individu voorop te stellen (Heijne, 2019).
De kans op ontplooiing van de menselijke vermogens wordt ontnomen in een ‘eendimensionale’ cultuur waar alles om geld draait. De versplintering van de gemeenschap als gevolg is vanzelfsprekend bij verstedelijking, zo kan een mens zich niet focussen en mengen met de duizenden mensen die hij op een dag in de stad tegenkomt. Daarbij komt de realisatie dat de mensen om je heen slechts als decor dienen van je bestaan en niet daadwerkelijk een onderdeel spelen van je leven. Maar het uitsluiten van deze prikkels kan snel leiden tot sociaal isolement. De gedachte dat we verantwoordelijk zijn voor onze daden, en daarmee ook voor ons eigen lot - want horen wij moderne mensen dat niet in eigen handen te nemen? - heeft geleid tot excessen waarin het leven opgevat wordt als een sportwedstrijd. Kampioenen gaan voor de winst, wie niet op het erepodium terecht komt heeft er niet hard genoeg aan getrokken. Maar geloof in jezelf kan nooit de zin van het bestaan zijn, het is hooguit een middel om het eigen ego succesvol te laten zijn (Bakker, 2015). 

Zich als eenling midden in de groep bevinden, ieder voor zich. Dat kan voor veel leiden tot vereenzaming, overprikkeling of overspanning. Het kan de trigger zijn om zich terug te trekken, terug naar de basisbehoeften van de mens. Het is de aanwezigheid van natuur buiten de samenleving die bij velen de doorslaggevende stap zet tot de afzondering. Maar waarom zien wij de natuur als de verlosser voor de overprikkeling van de stad? Is in onze culturele verbeelding de natuur ons “paradijs”? De kluizenaar is een icoon geworden van de eenvoudige mens die genoeg heeft aan zichzelf, de enkeling die geniet van de stilte en het ritme van het dagelijkse leven, ver weg van de stedelijke drukte; een leven zonder enige consumptiedwang. “De kluizenaar is alleen met de natuur. Hij is de enige waarnemer van de werkelijkheid, op hem rust de last van de wereld als voorstelling, de wijze waarop die zich aan de menselijke blik openbaart,” beschrijft Sylvain Tesson in zijn boek ‘Zes maanden in de Siberische bossen’ (p. 17) met als grootste doel; diep in de bossen leven.

“Door in een hutje in Siberië te wonen win je de strijd tegen de karrenvracht van spullen waaronder je anders begraven zou worden. Het leven in de bossen leidt tot afslanken. Je ontdoet je van hinderlijke ballast, je verlicht de luchtballon van je bestaan” (Tesson, 2013, p. 29)





“In een tijd van toenemende digitalisering en groei van het aantal alleenstaanden is de verwachting dat er een groep mensen is die geen aansluiting vindt bij deze ontwikkelingen en in een sociaal isolement kan raken”, benoemd het CBS (2017) in een onderzoek of de mens steeds individualistischer leeft. De mens die in isolement leeft, bewust danwel onbewust, tekent zichzelf altijd af van de gemeenschap met anderen. Misschien heerst er een bepaalde onrust in de mens, een ‘nooit genoeg hebben’. In de moderne filosofie en psychologie wordt de mens toch als wezen gezien dat steeds meer wilt, een die gericht is op zijn welvaart te verbeteren, nieuwe horizonten op te zoeken en daarmee altijd een vaag gevoel van onvrede behoudt met zijn huidige omstandigheden (Bakker, 2015). Wanneer ons dagelijks leven zijn gang gaat, merken we minder van haar vlugge voortgang. Zodra de uiterste inspanning ons raakt, kan zich afzonderen soms de enige weg uit zijn. Waarbij afstand doen zijn nabijheid kan scheppen, zoals verlies de waarde van wat verloren is kan bevestigen. Is de afzondering naar natuur ons einddoel, of de brug naar..?




Eva van der Hoek (2021)